Zorginformatiebouwstenen: controleren SNOMED CT en LOINC codes

Uit Zorginformatiebouwstenen
Versie door Albert-Jan Spruyt (overleg | bijdragen) op 18 nov 2018 om 20:59 (Korte beschijving)
Ga naar: navigatie, zoeken

Manual pagina's

Korte beschijving

Korte beschijving

Met het programma ZibCodeCheck kunnen de zib's uit een .eap file gecontroleerd worden met betrekking tot de gebruikte codes.
Voor zowel de codes gebruikt in de DCM::DefinitionCode tag als in de waardelijsten wordt gechecked of de codes bestaan en of ze geldig zijn en niet bv. 'deprecated'.
De check kan uitgevoerd worden voor zowel SNOMED CT als voor LOINC.
Het verdient aanbeveling om alle.eap bestanden die de zib's van één publicatie bevatten, gelijkertijd te checken.
De controle wordt uitgevoerd tegen de versies van de codesystemen die gepubliceerd zijn op de Nictiz terminologie server

De resultaten worden opgeslagen in de vorm van csv bestanden. Beide bestanden vermelden de versie van het codesysteem waartegen gecheckt is. Daarnaast bevateen de bestanden:

  • DCM::DefinitionCode tag:
Naam: Conceptcodes_<Codesysteem>_<timeStamp>.csv, bv Conceptcodes_SNOMED CT_20181106163011.csv
Inhoud per code: Codesysteem, Code, CodeNaam in ZIB, Engelse CodeNaam in codesysteem, Nederlandse CodeNaam in codesysteem, Status, Naam concept, Naam bouwsteen
  • Waardelijsten:
Naam: Valuesetcodes_<Codesysteem>_<timeStamp>.csv bv Valuesetcodes_LOINC_20181106163127.csv
Inhoud per code: Codesysteem, Code, CodeNaam in waardelijst, Engelse CodeNaam in codesysteem, Nederlandse CodeNaam in codesysteem, Status, Description uit waardelijst, Naam waardelijst, Naam bouwsteen

ZibCodeCheck gebruikersinterface

Het programma ZibCodeCheck kent de volgende besturingselementen:

CodeCheck UI.png
Figuur 1: ZibCodeCheck gebruikersinterface
  1. Menubalk
    Exit: Afsluiten van de applicatie
    Help: Gebruiksaanwijzing van de applicatie (deze pagina)
    About: Informatie over de applicatie
  2. Invoer EAP bestanden
    Tot vier verschillende .eap bestanden kunnen geselecteerd worden
  3. Keuze uitvoerlocatie
    Folder waarin de resultaten geplaatst worden
  4. Keuze codesysteem
    Codesystem waarvan de codes getest worden
  5. Actieknoppen
    Wissen: Wist alle invoervelden
    Annuleer: Na het starten van de check wordt deze knop actief en kan de check eventueel gestopt worden
    Check: Start het controleren van de codes in de geselecteerde .eap bestanden
  6. Voortgangsindicatoren
    Bovenste indicator geeft de overall voortgang aan, de onderste de voortgang per stap
  7. Statusbalk
    Geeft aan met welke stap het programma bezig is

Gebruik